In dit artikel wordt het groeimodel van Greiner uitgelegd. Na het lezen begrijpt u het groeimodel van Greiner en kunt u deze toepassen op het strategisch beleid van uw organisatie.

Wat is het groeimodel van Greiner?

Volgens Greiner doorloopt een organisatie zes opeenvolgende langdurige fasen welke afgewisseld worden door een korte crisis tijdens haar groei. Inzicht in de fasen van groei en crisis helpt organisaties hierop in te spelen. Het model wordt vaak toegepast op relatief jonge en snelgroeiende ondernemingen.

Waarom het groeimodel van Greiner?

Door inzicht te krijgen in de problemen van de fase waarin een onderneming zich bevindt kan de ondernemer/manager hierop inspelen. Er zijn verschillende manieren om dit te bewerkstelligen. Er zijn namelijk verschillende managementstijlen en organisatiestructuren effectief tijdens de verschillende fasen.

Hoe ziet het model eruit?

Image
Groeimodel van Greiner
Fases van het groeimodel van Greiner

Fase 1 – Creativiteit

Ontwikkeling van Product en Markt. Oprichters werken hard, hebben de leiding en verdienen weinig. Groei → organisatie complexer → Crisis → eigenaren kunnen het niet meer leiden.

Fase 2 – Dirigeren

Er is een nieuwe leiding. Vaak is er sprake van directie, top-down management. Groei organisatie complexer → Crisis → directie kan het niet meer leiden (teveel activiteiten)

Fase 3 – Delegeren

Er is een nieuwe organisatiestructuur, gedecentraliseerd. Beslissingen worden genomen door de verantwoordelijke mensen op operationeel niveau. De directie is strategisch en grijpt zelden in.

Groei → directie verliest controle (want iedereen neemt zelf beslissingen → Crisis → er is geen controle meer

Fase 4 – Coördineren

Er worden regels ingesteld die gehandhaafd worden door stafmedewerkers en gecentraliseerde ondersteunende functies. Een voorbeeld hiervoor is een bepaald rendement voor een productgroep.

Groei → organisatie wordt star en focust alleen nog maar op de regels, te bureaucratisch → Crisis → de regels hebben het bedrijf star en inflexibel gemaakt.

Fase 5 – Samenwerken

Alles via de groep. Functies overschrijden elkaar en er komt een vorm van matrixorganisatie. De toezicht en controle valt voor een groot deel weg. Groei → totdat eindpunt is bereikt. → Crisis → De organisatie kan alleen nog groeien door externe partijen.

Fase 6 – Allianties

Groei door fusies, allianties en netwerken van bedrijven. Allemaal extern.